We beseften dat je elkaar als onbekende buren en collega’s nodig hebt. Kennismaken gebeurde aan de keukentafel. Al het nieuwe moest met elkaar besproken worden? We kwamen als buren wat vrijer bij elkaar dan wat we vroeger gewend waren. Als er nieuwe buren kwamen, zagen we hen al van verre aankomen. Er stond nog niets wat het uitzicht belemmerde. Wij verwelkomden hen bij aankomst met koffie of soep. De dokter (J.C. de Jongh) kwam zo maar even langs. De directeur van de Raiffaisenbank, de heer L. Segaar, kwam zelf de dagafschriften brengen. Zaken met mestleveranciers en afnemers werden thuis geregeld. Op de eerste dag in de polder kwam er ’s morgens om 9 uur al iemand van de PTT om de telefoon aan te leggen. We hebben toen direct even naar vader en moeder gebeld. De volgende dag werd het elektrisch aangesloten. De radio kon weer spelen en ik kon de stofzuiger gebruiken. Alle hulde aan deze mannen!
De eerste dag in Oostelijk Flevoland
1 geïnteresseerde
Aaltje Topper-de Jonge schrijft:
Bron: J.G. in ’t Veld-Janse, Manuscript van Koffers vol dromen. Verhalen uit Drontens verleden 1957-1982 (Dronten z.j.) 57.