Op een bepaald ogenblik was er behoefte aan een zwembad. Nou, op het eiland lagen hele dikke balken; die waren over van het gemaal of de haven. Toen was er iemand die zei:
"Nou, als we die balken in een rechthoek leggen en onder een gazen kooi maken."
Nou, zo gezegd, zo gedaan. Die vier balken werden daarheen gesleept en daar werd zo’n gazen kooi gemaakt, die was een meter diep. Dus de kleine kindertjes konden daar op het gaas lopen. Je kon je tenen wel een klein beetje zeer doen, maar dat weet ik niet meer. En op die balken hadden we een plankier gemaakt met een leuning. Nou, en dat was het zwembad. Dat lag daar voor de steiger. Dat was voor onze buren. Van der Meulen was heel enthousiast. Van der Meulen was er de badmeester. Die gaf zwemles.