Ik zat op de Mariaschool aan de (Verlengde) Keizer Straat in Paramaribo en precies tegenover de school staat de Alfonsuskerk. Bij de kerk was een klooster van de paters en fraters, daar woonden ze. Later werd aan de overkant ook nog de Sint Agnesschool gebouwd. De nonnen woonden pal naast de Mariaschool in een deel van het klooster. Soms mocht ik op hun erf en zag de eetzaal en vertrekken met de slaapkamers. Het was streng verboden op het erf van de nonnen te betreden, Ze hadden van die grote honden en daar was ik bang voor. Na schooltijd werd de toegangspoort op slot gedaan en liepen de honden vrij op het schoolerf. Je kon en mocht het terrein niet meer betreden, indien je toch een boodschap moest afgeven werd de ingang van het klooster gebruikt.
Aan de rechterkant van de straat waren de paters en aan de overkant had je de nonnen. En op die school naast het klooster van de nonnen zat ik. [Na de lagere school bezocht ik] de middelbare school, de ULO-MULO, eerst ULO en dan MULO. Ik zat eerst op de Margaretha en toen op de Louise school. Dat is één scholencomplex. Daar had je ook de nonnen, de kerk, het klooster en aan de overkant had je weer de paters, die ook in hun klooster verbleven.