Ik ben geboren in Amsterdam op de Admiraal de Ruijterweg. Vroeger was dat West. Ik heb geen idee hoe dat tegenwoordig is ingedeeld. Ons huis lag tussen Bos en Lommer en de Krommerdt. Het was vroeger, zeg maar, de buitenkant van Amsterdam. Als je vanuit het ouderlijk huis om de hoek liep dan kon je tot Halfweg kijken en verder tot Haarlem. Het was toen een middenklassenbuurt, zo zou ik het willen noemen. Mijn vader was vliegtuigbouwkundig ingenieur bij Fokker en mijn moeder was secretaresse. Naar goed gebruik in die tijd moest mijn moeder op het moment dat ze trouwde haar baan opgeven. Dat was in die tijd gebruikelijk, er mochten alleen maar mejuffrouwen werken.
[Ik ben naar de lagere school geweest] en toen HBS-B, vijf jaar. Daarna ben ik in dienst gegaan en in dienst ben ik in aanraking gekomen met een Surinaamse …. Zij was verpleegster. Ik was gelegerd in ’t Harde. Daar had je feesten en voor het divertissement werden verpleegsters uit Zwolle ingereden en, ja, zo is het gekomen … Een kennis van de familie was firmant van een accountantskantoor en die zei: “Als je nou bepaalde diploma’s haalt, dan kun je worden uitgezonden naar Suriname.” Ik heb met een sneltreinvaart die diploma’s gehaald. Dat was toen Praktijkdiploma MBA, SPD I en II. En toen werd ik begin zestiger jaren uitgezonden naar Suriname.