Ja, er werd daar een dijk aangelegd en het water werd er uit gemaald. En wat verder het geval was, bij Kuinre en omstreken had je een heel groot achterland waar veen in de grond zat. Soms wel een meter nog, wel een meter veen. En zo lang dat veen nat is, dan zakt die grond niet. Dat was dus aan de rand van de polder, en dat was dus een paar kilometer zo het land in. Na verloop van een paar jaar gingen die boerderijen […] scheuren vertonen in de muren. Toen zeiden ze: "Hoe kan dat nou?" Dat was nog nooit eerder gebeurd. Toen kwam men er achter, toen men ging graven, dat die korst veen niet meer zó dik is, maar dat die plotseling veel minder dik is geworden. Die droogt in, het water loopt er uit. Dat was een vergissing van, ja, van de hogere leiding natuurlijk. Die hadden moeten zorgen dat langs de rand toch een strook water blijft liggen. Da’s niet gebeurd.
Verzakkingen en scheuren door inklinking
1 geïnteresseerde
De Noordoostpolder heeft geen echte randmeren. De gevolgen daarvan werden volgens Klaas van de Wal al na enkele jaren zichtbaar: scheuren in de muren van boerderijen en in gebouwen op het ‘oude land’, onder andere in Kuinre.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland. Interview met mevrouw Gees en de heer Klaas van de Wal door Gees Brouwer.