Ja, aan een grote stok met een touwtje eraan en een tuigje in de Lemstervaart. Ja, een zwembad was er niet en aan de oostkant van Emmeloord had je toentertijd een, tussen aanhalingstekens, bos in wording, En daar achter liep een pad en daar was aan de waterkant een open stuk en daar werd gezwommen. Daar was in het kanaal een afrastering gemaakt voor kinderen die niet konden zwemmen, dus anderhalf, twee meter uit de kant. Dat liep langzaam af qua talud en daar werd zwemles gegeven door meneer Ageling en daar hebben wij zwemmen geleerd aan de stok. En dat was op zich heel leuk. Zelfs een zwemdiploma gehaald, zwemdiploma A, dat heb ik nog.
Dat [zwemmen] was een particulier initiatief. Mijn ouders regelden dat. Die moesten daar voor betalen bij die meneer. Mijn ouders vonden het belangrijk dat wij leerden zwemmen. Want ja, rondom Emmeloord was allemaal water, allemaal kanalen. Ook mijn zusje heeft er zwemmen geleerd. Dus dat was op zich wel grappig. En zo gingen wij als kinderen daar heen, want die open plek was min of meer zanderig. Dus daar kon je ook leuk spelen; dat was twee vliegen in één klap.