Jan Tiebos was denk ik een onderduiker. Hij kwam geloof ik uit Zwolle en was een hulpje van kampbeheerder Bergman in Ramspol. Die had Hetty Blok blijkbaar vaker ontmoet, maar dat weten wij natuurlijk niet. Ik weet wel dat de paardenboer met de wagen met de pont flink aanzette om tegen de dijk op te komen: ‘Hé jongens, vooruit!’ Hetty Blok verscheen in de deuropening en Jan Tiebos stond er ook al bij. We stonden er met een man of tien omheen en Tiebos zegt: ‘Spring maar!’ Zij sprong en hij plukte haar zo! Applaus! Ach, zulke momenten kom je niet vaak tegen.
En later die dag vond Haverkamp, die wou eens kijken of de rogge rijp was, ze in de rogge liggen. Een paar geleden heb ik gelezen dat Hetty Blok met een Tiebos is getrouwd. Verdomd, diezelfde Tiebos!* Je weet niet hoe loopt en wat je in je verdere leven uitvoert! Of ze d’r ook een kind hebben gemaakt in de rogge, dat weet ik niet, maar de rogge lag wel plat.