Op de noordpunt staan ook nog wat iepen hè. Ja, ik kom er nog wel eens natuurlijk zo af en toe. En later, toen ik allang hier [in Noord-Holland] woonde, toen werd ik opgebeld door Kees Vrucht die ik natuurlijk ook kende, omdat die indertijd ook in de polder als landschapsarchitect in Zuidelijk Flevoland gewerkt heeft. Hij zegt:
"Ik heb de opdracht om een plan te maken voor die oostkant van Schokland, vernatting. Hoe zagen die dijkjes er nou uit?"
Die dijkjes die daar vroeger gelegen hebben, die waren natuurlijk weg. Die waren mooi gekarteerd, maar die waren toen geslecht.
Ik zeg:
"Nou, als je nou een keer hier naar me toe komt (hij woonde in Amsterdam), dan rijden we een keer door de kop van Noord-Holland en dan zal ik ze je laten zien, want daar liggen er nog een stel."
Dat zijn namelijk dezelfde dijkjes, ook die verbindingsdijkjes tussen terpen. En die zijn daar veel minder, nou die zijn niet geëgaliseerd. Dat wilden ze bij de ruilverkaveling wel doen, maar dat heb ik gelukkig weten te verhinderen door ze op de kaart aan te brengen. En dat is toen ook niet gebeurd dus. Maar, nou, zo heeft hij dus die dijkjes kunnen bedenken.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview met Piet Kelder door Gees Brouwer, 3 november 2010.