Ja, wij gingen met de kwekers praten over die hagen. En over het algemeen, in die eerste tijd, wilden die kwekers vreselijk graag, met name de elzenhaag. Die groeide hard en dat scheelde ze namelijk een ongelooflijke hoeveelheid opbrengst, of je bomen had vlak achter de haag of verder van de haag. Dat scheelde toch kilo’s. Maar ja, op het ogenblik wordt het allemaal veel luwer en kunnen ze de hagen hier en daar wel missen.
Die hagen werden geplant, dacht ik, door de Rijksdienst, ook door de Directie van de Wieringermeer of Noordoostpolder, dat weet ik niet meer. Hoe het in Oostelijk Flevoland gegaan is, weet ik niet precies, want daar heb ik met de fruitteelt niet zo veel bemoeienis gehad. Maar in de Noordoostpolder hebben we dat wel aangegrepen en er waren verschillende kwekers die ook nogal gek met die hagen waren, want daar zaten zangvogeltjes in en die zorgden wel voor het bestrijden van de insecten. Nou, er zaten ook wel eens spreeuwen in natuurlijk en die deden wat anders.