Redactie
Ik was ook heel ontsteld toen ik hier op een gegeven moment vernam dat het [de Ganzengouw] opgeheven was. Toen zei ik: "Ja, want dat is eigenlijk dat stuk dat er voor die spoorlijn bij gekomen is." Ja, daar hebben ze nou het een en ander gemaakt, maar dat was natuurlijk niet zo’n waardevol gebied als de Ganzengouw had kunnen zijn. Maar ja, dat is natuurlijk het probleem met de hele Oostvaardersplassen. Men zegt wel: "Ja, het is een natuurgebied, men moet de natuur zijn gang laten gaan’." Ben ik het mee eens. Maar het is…
Ik ben in Polen geweest, in Białowieża. Daar heb ik de wisent onder me door zien trekken terwijl ik op een heuvel stond. Daar zag je af en toe sporen van een beer en af en toe sporen dat herten, edelherten, geslagen waren door wolven. Dat is natuurlijk in de Oostvaardersplassen niet het geval. Daar zijn heel andere zaken aan de orde. Vijfduizend hectare, dat is een beperkt oppervlak. En als die beesten op die vruchtbare grond zich ongelooflijk vermeerderen, dan krijg je problemen, dat kan niet anders. Daarom was de Ecologische Hoofdstructuur ook een goeie zaak, dat je het zaakje verbond met het Horsterwold en met de Veluwe.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview met Piet Kelder door Gees Brouwer, 3 november 2010.