De brug was nog niet klaar, of, de brug was wel klaar gebouwd en ik stond op de brug te kijken en ik zeg: verrek, daar zwemt een mol. Van de oosthoek, cirkels in het midden en naar de andere kant. Ik naar huis en zeg tegen mijn vrouw: wat ik nou gezien heb. Hartstikke lollig, een mol heb ik over het kanaal zien zwemmen. En vijf jaar later heb ik ze aan alle kanten vervloekt, want er bleef van je gazon niks meer over. Ja, toen zaten we daar een jaar of wat. Dus ik bedoel, dat zijn van die typische explosies die helemaal weer verdwijnen, die tot normale proporties zo wat terugkomen.
En nog meer van die dingen. Ik bedoel, we hadden daar op kavel M110, langs de Zwolsevaart, onder andere een stuk haver staan.Toen hadden we nog geen combine, dus alles werd in hokken op de wagen gezet, de schuur in of zo de dorsmachine in. Dus heel typisch, ik steek de vork in zo’n schoof, ik heb die schoof beet en wat zit er nog meer aan die vork? Zo’n ringslang, een wijfje. Die zijn langer dan de mannetjes, bijna een meter. Een volwassen ringslang aan die vork. Dus of die het overleefd heeft, weet ik niet. Ik heb hem weer laten zwemmen in de Zwolsevaart. Ik bedoel maar, dan krijgt je zulke dingen op natuurgebied.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland. Interview met de heer Rocus van de Griend door Anneke van Zwoll, 22 april 2011.