Riet branden in de polder: roet in Marken en Volendam

Overtollig riet moest verbrand worden, maar wel zo dat de steden in Noord-Holland er geen last van kregen. Wim Dekker moest met zijn afdeling brandgangen maken om het riet vak voor vak te kunnen verbranden.

riet branden

Riet branden in sectie M., Oostelijk Flevoland.(fotocollectie RIJP, J.U. Potuyt).

Alle rechten voorbehouden

Er werd veel riet verbrand, maar tussen de Larserweg en de Knardijk moest het laatste restje verbrand worden. Als het dan in de brand stond, werd het meestal in het weekend in de brand gestoken. Meestal in het voorjaar en wel zo dat de wind richting IJsselmeer was. Maar dan kwamen de klachten vanuit Marken, Volendam, Noord-Holland. Alle was werd er zo smerig, want alle roetdeeltjes van het riet waren daar neergedaald. Dus dat mocht niet meer. Dus dat riet moest wel in de brand, maar dan moest het in vakken worden verbrand, in delen. Dus wij kregen als landmeetkundige afdeling opdracht om door het riet heen brandgangen te maken. Brandgangen die minstens tien tot vijftien meter breed waren.

Dat was rond 1973 en we hadden nog geen Rattracks, we hadden alleen de Bamse nog. Daar stond een toren op en achterop de Bamse was een doek gespannen zodat de opspattende modder niet overal bij ons terecht kwam als we op de Bamse zaten. Dat waren open trekkers, dus daar zat geen zeildoek overheen of niks. De chauffeur zat achter de stuurknuppels en de ploegchef zat rechts op de accubak. En de andere meetassistent stond boven in de koepel om ons de weg te wijzen.

Bron: Landschapsbeheer Flevoland. Interview met de heer Wim Dekker door John Dirven, 7 januari 2011.

Alle rechten voorbehouden

Media

Wim Dekker over het riet branden