De barakkenperiode: vormend voor het leven

De Noordoostpolder moest een nieuwe samenleving worden, niet beïnvloed door de starre ideeën van het oude land. Dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. Piet de Zeeuw zegt hierover:

Revue-avond in de kantine van een arbeiderskamp in de Noordoostpolder 1942 (Batavialand, collectie Th. Nieuwburg).

Revue-avond in de kantine van een arbeiderskamp in de Noordoostpolder 1942 (Batavialand, collectie Th. Nieuwburg).

Alle rechten voorbehouden

Ik ben begonnen in Blokzijl. Daar ben ik drie jaar geweest. Toen ben ik nog even een poosje thuis geweest om mijn vader te helpen en toen kwam ik weer terug en ben ik in Ramspol in het werkkamp geweest. Daar heb ik een tijdje als werknemer in het kamp gelegen en daar was ik ook uitsluitend ploegbaas.

Tegen het kampleven werd wat negatief aan gekeken, maar dat heb ik nooit negatief ervaren. Ik heb zelfs het kampleven achteraf als positief ervaren. Kijk, in die werkkampen had je kamers en daar lag je met tien personen op zo’n kamer. Dat waren allemaal mensen van allerlei gezindten. Daar waren gereformeerden bij, hervormden, vrijzinnigen en katholieken, noem maar op. Je leefde met elkaar, je kwam in contact met elkaar en dan kwam je toch tot de ontdekking dat je levensopvatting niet zo verschillend was. Je zat hele dagen bij mekaar. Overdag werk je wel, maar ’s avonds had je… daar was geen televisie, wel een radio, maar toch, och, dat was maar summier. Je at met mekaar en dan werd er ook gediscussieerd met mekaar. Het is nog altijd mijn mening, dat dat toch zijn invloed heeft gehad op de sociale opbouw van de Noordoostpolder. We trachtten hier een goeie samenleving van de grond te krijgen. En dus niet [dat] angstvallige [met] allerlei zuilen en zo. Je moet het zien in de geest van de tijd. We praten nu over 1946, 1947, en noem maar op. Daar keek men toen wat overheen.

Maar dat werd naderhand toch weer een beetje doorkruist. Toen kreeg je weer de invloed van buiten de polder. Eigenlijk, het leven werd opgebouwd door de eerste pachters. Die kwamen in 1949 en toen moesten allerlei voorzieningen komen in die dorpen. Toen probeerden toch de invloedrijke mensen van buiten de polder hier invloed uit te oefenen. Nou, daar waren wij eigenlijk niet tegen bestand. Je moet niet vergeten: we hadden natuurlijk jaren gewerkt als werknemer, dus niet als zelfstandige hè. En we hadden wel hele goeie ideeën vond ik, maar kijk, als jonge kerel… Wij waren altijd in dienst geweest van de Directie Wieringermeer (Noordoostpolderwerken), dus we waren altijd werknemer geweest. Uitvoerende wat ons van hogerhand werd opgedragen. En daar waren we toch niet voor honderd procent tegen bestand om daar tegenstand aan te geven. Maar de invloed van de werkkampen is altijd wel gebleven, dat de mensen toch van mening waren, mag ik het zo zeggen, [dat we] boven de zuilen moesten staan.

Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview met de heer Piet de Zeeuw door Hillie de Jong, 9 februari 2011.

Alle rechten voorbehouden

Media