Kijk, het was voor ons… wij hadden niet zoiets van: wij willen hier niet naartoe, dus wij gingen gewoon mee. Dat was toch weer wat anders. Ik denk nu, maar ja, dat is altijd moeilijk natuurlijk, want je probeert nu met je verstand te beredeneren hoe het toen was als kind, maar het waren geen dingen waarvan je zei: daar heb ik me heftig tegen verzet of dat vond ik allemaal niks. Je ging natuurlijk sowieso met je ouders mee, maar ik kan me niet voorstellen dat ik echt heb gezegd: ik wil hier helemaal niet heen of ik wil weer terug naar Zeeland.
Het was wel zo: als we vroeger naar Zeeland gingen, mijn vader had al vroeg een auto, dus dan gingen we met de auto naar Zeeland, en als we dan bij het provinciebordje van Zeeland kwamen riepen we wel een keer ‘hoera’ of zo wat. Maar als we nu de polder inrijden zeg ik:
"Kijk, daar hebben we de Poldertoren weer."