Enorm afmodderen in een natte polder

1 geïnteresseerde

1958 was zo nat, dat pas een jaar later serieus met de ontginning van Oostelijk Flevoland begonnen kon worden. Johan Vos vertelt:

Transport van duikers in Oostelijk Flevoland met Bamse tractor, 1958

Transport van duikers in Oostelijk Flevoland met Bamse tractor, 1958. Van links naar rechts: Onbekend, Willem Westerbeek, Theo Brus, Jeu Gielen en onbekend.

Alle rechten voorbehouden

1958 was het eerste jaar waarin grootschalig ontgonnen zou worden, maar het was een heel nat jaar. Het riet, dat ingezaaid was, was nog niet voldoende ontwikkeld om er met zware werktuigen overheen te kunnen rijden. Maar de mensen moesten toch op gang gehouden worden en toen hebben we in dat jaar enorm afgemodderd in de polder. Dat was bijna geen doen!

Degenen die de cursussen gevolgd hadden, waaronder Jeu Gielen en ik, hebben toen een ploegbaasfunctie gekregen. Die kregen dus een aantal mensen onder zich die werkzaamheden moesten uitvoeren in de ontginning. Vervolgens kwam 1959. Toen was het riet goed ontwikkeld. Dat was een heel droog jaar en toen kon de ontginning volop beginnen. Ik ben toen in februari begonnen als opzichter met een gebied van ongeveer 700 hectare dat werd ontgonnen en vervolgens in cultuur gebracht. Jeu Gielen is een maand later begonnen.

Bron: Batavialand te Lelystad, project Verhalen Vissen, interview met Lies Gielen en Johan Vos, 1 oktober 2011.

Alle rechten voorbehouden