Op 13 september 1956 wordt het laatste gat in de ringdijk gedicht. Dat is ergens in de buurt van de Flevocentrale. Koningin Juliana is daarbij aanwezig. Het is wereldnieuws. Ook in gemaal Wortman is hard gewerkt om tenminste één van de drie motoren en pomp klaar te hebben. Hoewel de dijk daarna natuurlijk nog afgewerkt moet worden, wordt die middag symbolisch een dieselmotor van het gemaal gestart door de koningin. Nou ja, de koningin… Voorin het gebouw, op de plaats waar ooit motor vier geplaatst zal worden, zitten alle hoge piefen te luisteren naar de toespraken. Op de klapstoelen uit onze kerk. Alle schoolkinderen zitten achterin. Ik zit bijna naast motor drie. Als ook de koningin haar woordje heeft gedaan, klingelt zij aan een koperen bel. Dan rennen ineens mijnheer Schenk en Wagenaar en nog meer, en beginnen aan afsluiters te draaien en schuiven open te zetten. En dan: tsss… tjoenk, tjoenk, tjoenk, begint de grote Stork te draaien. Als een dag later in de krant staat dat de koningin die motor heeft gestart, weet ik wel beter…
Ze komt wel vaker op werkbezoek. Om de vorderingen van het gemaal, de sluis of de dijken te zien. En vaak wordt dan het schooltje bezocht. Soms moeten we met vlaggetjes zwaaien, soms komt de koningin zomaar in de klas. Ja, het werd wat gewoon. Bij de familie De Graaf heeft ze eens thee gedronken. Het laatste stenen huis in het rijtje ‘achter de sluisput’. De Graaf is havenmeester en is dus rijksambtenaar. Daarom mag de koningin daar ook naar de wc. Die is dan tevoren schoongemaakt door iemand die daar speciaal voor gekomen is, zo gaat het verhaal. Want mevrouw De Graaf doet dat zeker niet goed genoeg (of was het security)?