De woonomgeving was grauw, grijs. Voor de eerste mensen legde men dezelfde tuintjes aan. Ook groenvoorziening was er nog niet. Het was allemaal bouw. En waar ze aan het bouwen zijn zie je een stuk verhard waar asfalt in gegooid is en daar rijd je overheen. 't Is allemaal planken, rotzooi, zand en toestanden. Wanneer kwam de koningin? Midden '68, denk ik zoiets. Toen kreeg Lelystad in één keer een heel ander aanzien. De gemeente gooide er met een noodgang allemaal gras in. Waar ze langs moest komen en waar ze door zou lopen, waren de wegen in één keer allemaal groen. 't Was: boompjes geplant, gras neergelegd. Van de één op de andere dag een heel ander aanzien.
En dat alleen maar voor de koningin. En 't mooiste was nog, het stuk waar ze in de auto zou stappen om naar het winkelcentrum te gaan om de eerste boom te planten, daar stopte ze en zei:"‘Kan ik daar tussendoor?" Bij de Spiek hadden ze een klein bruggetje, nu de hoge brug naar Albert Heijn toe, dat was een klein voetgangersbruggetje, en toen zei ze:
"Daar kunnen we toch ook over, hoef ik niet weer in de auto."
Maar daar hadden ze dus niks aan de voorzieningen gedaan. Toen hebben ze gauw alles aan de kant gegooid en ging ze dus over dat tegelpaadje naar het winkelcentrum toe.
Dat was zo mooi, dat was schitterend. De communicatie, die jongens van de BVD lopen met mobilofoons en toestanden om wat te regelen. In één keer was het paniek. Dat vond ik heerlijk.