We gingen ’s avonds ook wel hazen vangen. Even een rondje rijden en dan hadden we er weer twee of drie. We maakten ze klaar en aten ze op. Ik maakte ze zelf klaar, ik kon alles. Als je maar moet, dan kun je alles. Er waren ook wel vogels als fazanten. Maar die kon je niet zo goed vangen. We zagen soms op een kavel wel drie- tot vierentwintig hazen. Die kwamen op het licht af en als je ze één keer in het licht had, gingen ze er niet meer uit. Dan reed je er over heen en kon je ze meenemen.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview van Willy Heukers-ten Bosch met de heer Geert de Vries, 23 februari 2010.