Ja, ja (er zaten veel vogels). Reeën in die tijd nog weinig, maar tegenwoordig hebben we hier wel reeën op het land. We hebben hier een koppeltje van drie reeën lopen. Dat was in die tijd nog niet. Want de bossen, zoals het Kuinderbos, waren ook allemaal nog klein, allemaal in ontwikkeling. En zoals de reeën, die moesten toch van het oude land afkomen of zo. Maar wild was er al vroeg, heel veel. (…) Hazen, fazanten en eenden. Roofvogels waren er natuurlijk volop en patrijzen. Je had hele groepjes patrijzen, die zag je vliegen. Dat was volop aanwezig. Er was genoeg voer natuurlijk voor die beesten. Er was toen nog een hoop granen en rietvelden, ze hadden genoeg beschutting overal.
Wild was er al vroeg
In de jaren vijftig kwam de natuur in de Noordoostpolder tot ontwikkeling, aldus Jan de Visser, zoon van een polderboer.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland. Interview met de heer Jan de Visser door Willy Heukers- ten Bosch op 10 april 2013.