In 1939 ben ik op de dijk gekomen, bij Zanen & Verstoep. Je moest geld verdienen, dus ik vroeg of ik op de dijk kon werken en dat was goed. Ik ging teenschotten zetten, met een heiblok. Er was al een stuk gedaan. Ik denk dat ik een kilometer of vijf heb helpen zetten. Het was zeven kilometer, dat eerste stuk van Urk af. En ze kwamen van de Lemmer ook met twaalf kilometer en dan kwamen we bij elkaar. Die herdenkingssteen hebben ze uit de dijk gehaald, ik weet niet waarom, maar die staat nu bij het Urker museum.
Je moest met daglicht rekening houden. Je had tijden dat je om zes uur ’s ochtends begon en dat werd steeds later, omdat het donkerder werd. Dat schoof op en dan ging je ook minder verdienen, want dan had je minder werkuren. Begin november werd het dan stilgelegd, want het rijk vergoedde in november, december en januari geen stormschade. Dus dan werd er een noodkop voor de dijk gegooid en die maanden lag het stil. Dan was je weer werkloos. En later hebben we de WW en de vorstverlet gekregen, dat is inmiddels ook weer weg.