Ja, Maris was iets heel bijzonders. Hij heeft veel mensen aan een goede boterham geholpen. [...] Hij kon zijn personeel niet op zondag laten werken en hij mocht op zondag ook niets doen, maar hij had natuurlijk wel wat uitgedacht om zijn personeel van zondag op maandag op tijd op het werk te krijgen. Hij had de afspraak met zijn personeel dat hij na de kerkdienst in het dorp ging wandelen met zijn vrouw. Jan Mulders woonde bij ons in de buurt en die werkte bij hem. Die attendeerde ons daarop:
“Moet je eens kijken, als Maris zo en zo laat komt, dan kun je zien hoe laat je moet beginnen, want zoveel vingers houdt hij achter zijn rug.”
Nou, dan liep Maris rustig met zijn vrouw misschien wel over de preek te praten, maar bij Jan Mulders voor de deur, als hij om drie uur moest beginnen, dan liet hij zichtbaar voor Jan Mulders drie vingers achter zijn rug zien. Zo gaf hij aan zijn personeel de werktijden door.
In de oogsttijd moest zo’n loonbedrijf natuurlijk zo lang mogelijk werken en op zondag melken was er bijna nooit bij. Als je hier in het dorp was, dan moest je [op zaterdag] vijf over twaalf bij het bedrijf zijn. Kijk, dat kon je [aan het eind van de werkdag] zo snel mogelijk weg en dan had je net niet op zondag gewerkt. Zo werkte dat!