Wij zijn superblij dat we de pionierstijd hebben mee gemaakt, met hele mooie dingen, bijvoorbeeld als je praat over hoe het buitengebied en het dorp bij elkaar kwamen. Dat was met het Oogstfeest. Dat was met het eindeloze cabaret, daar gingen we op een gegeven moment voor ons plezier in. Politiek gezien was je, als je niet werd genoemd, toch echt wel de loser van de avond. Zelfs vanuit de ChristenUnie vonden wij het heel prima als we genoemd werden. Dat is echt zo. De sketches en conferences van Mannes Schoppink, dat was echt einzigartig. Dat waren wel voorbeelden van hoe het dorp zelf werkte aan z’n historie.
Ik weet ook nog, toen we voor de eerste keer Sailwolde hielden, werd er gewoon gezegd: “We starten een traditie.” Dat hebben we in die jaren heel vaak gezegd: we starten een traditie. Je kunt een traditie niet starten, een traditie is er als het al jaren is, maar wij starten een traditie. Oké, maar wie gaat dat dan volhouden? Op een gegeven moment sta je daar: “Oh geweldig, volgend jaar weer Sailwolde.” Iedereen had zich het gaas voor de ogen gelopen om het voor elkaar te krijgen maar hoe gaan we dat dan nog een keer doen, zeiden we een jaar later.
“Nou, dan doen we het pas over twee jaar. Weet je wel hoeveel uur ik erin gestoken heb, dat ga ik niet nog een keer doen…”