Het is wel zo dat ik verschil heb meegemaakt met het werken met Marokkaanse vrouwen en Turkse vrouwen, dat Turkse vrouwen veel gemakkelijker veel meer willen en ook veel gemakkelijker overal naar toe gaan en erop afstappen. Marokkaanse vrouwen zijn daarin veel terughoudender. De Turkse vrouwen werkten veel sneller aan eigen organisatievorming…. Die vormden vrij snel een bestuurtje. Met de Marokkaanse vrouwen lag dat veel moeilijker, omdat ze veel minder gealfabetiseerd waren. Er waren maar weinig vrouwen die echt het initiatief konden nemen.
Uiteindelijk is het toch gelukt om voor die vrouwen een eigen ruimte te krijgen en dat was ook in de Hoek van het IJ [in een multifunctioneel gebouw waarin ook het kantoor van de Stichting Buitenlandse Werknemers Gooi en Eemland was gevestigd]. Dat was in een aanpalende ruimte waar zij zelf hun eigen dingen konden organiseren. Dat is een aantal jaren goed gegaan, ook niet zo lang, twee of drie jaar? Dat was de Marokkaanse vrouwengroep, de Turkse vrouwengroep en er is ook een Marokkaanse meisjesgroep El Anouar geweest. Die hebben zich als groep georganiseerd en die organiseerden dan activiteiten voor zichzelf.
Dat was ook de werkwijze van de stichting waar ik werkte om vooral die eigen organisatievorming op gang te krijgen en dat ze zelf allerlei initiatieven gingen nemen. Dat is natuurlijk een lange weg. Ook heel veel huisbezoeken gedaan en kijken welke vrouwen daar eventueel belangstelling voor zouden kunnen hebben. Vervolgens die vrouwen bij elkaar roepen om te kijken of ze iets zouden willen doen en zichzelf willen organiseren. De Turkse vrouwen wilden dat wel vrij snel en het was al heel snel uitgekristalliseerd wie dat zou doen, wie de voorzitter werd, de penningmeester, de secretaris. Bij de Marokkaanse vrouwen lag dat iets anders, maar is het uiteindelijk wel gelukt. Ja, want als ze een eigen organisatie hadden konden ze geld krijgen voor hun eigen activiteiten. Ze moesten dat zelf aanvragen bij de gemeente en daar subsidie voor krijgen. Dat lukte meestal wel.