Ik moest echt wennen. Er was nog geen supermarkt, want die waren ze nog bezig te bouwen. Er was zo’n SRV-wagen waarin je boodschappen kon kopen. … Wij zijn naar Lelystad gegaan voor de ruimte, zodat de kinderen de ruimte hadden, en de rust, want Amsterdam is heel druk, vooral daar waar wij woonden.
“Dan gaan we naar Lelystad, lekker rustig wonen.”
Het was een eengezinswoning. We hadden drie slaapkamers, badkamer boven, grote woonkamer, een keuken en een toilet beneden. De schuur was achterop het erf…. Het was echt een overgang.
Ik wou een keertje naar de markt gaan, maar dat vond ik ook zo vreemd hier, dat er maar één keer per week markt is, één zaterdag in het Lelycentre. Ik dacht op een dinsdagmiddag, als die kinderen om één uur, kwart over één weer naar school zijn gegaan, dan ga ik naar de markt. Ik maak al het werk klaar en dan ga ik naar de markt. En ik ging naar de markt en de markt was al afgelopen. Er was nog maar één stand. Ik dacht:
“Mijn God, wat voor gat is het hier!”
Toen zei iemand: “Ja, je moet voor twaalf uur naar de markt gaan als je naar de markt wilt gaan.” Ik dacht: “Oh, oh, oh!”