Vanuit Kamp Nagele hebben we, geloof ik, twee of drie maanden moeten werken in het Kuinderbos: greppels graven. Allemaal in akkoordwerk. In het zuiden van de Noordoostpolder werden toen de wegbermen afgegraven. Dat was ook allemaal handwerk, want ze hadden moeite om het volk aan het werk te houden. En ik was gewoon landarbeider/grondwerker, zo heette dat als je begon. En dat ging allemaal in akkoordwerk, want de wegen in de Noordoostpolder hebben ze anders aangelegd dan hier (in Swifterbant). Hier werd over de kleilaag een laag zand en dan die paklaag van die grove stenen gelegd en dan zo afgewerkt met split en noem maar op. Maar in de Noordoostpolder groeven ze eerst een soort cunet uit en dan wat zand.
En wat bleek later? Toen, na een jaar of 10, 12, 15, waren die wegen lager dan de berm. Er bleef altijd sneeuw en water staan en toen moesten die bermen afgegraven worden. En hier hebben ze daarvan geleerd dus om direct de wegbaan zelf op te hogen. Ja, dat was allemaal werk van Zuiderzeewerken. Maar toen moest de Directie, want zo was het toen nog, de Directie Wieringermeer, die moest dat allemaal in handwerk voor Zuiderzeewerken opknappen. En de sportvelden bij Nagele, want Nagele werd toen net gebouwd, dat was een mooie klus. Want je lag in het Kamp Nagele, dat was vrijwel naast het dorp dat gebouwd werd. Dus je was met korte lijnen uit het kamp en weer terug.