Met drie of vier broers en zussen gingen we naar school. In de Noordoostpolder was toen nog geen school. We moeten op het oude land naar school. We gingen in Kadoelen naar school, daar was de dichtstbijzijnde school. (...) Dat moest op de fiets gebeuren maar in '46 was dat nog moeilijk want er was niks te koop, ook geen fietsbanden. Maar omdat mijn vader in de polder werkte en daar ging wonen kreeg hij een toewijzing van fietsbanden. Maar die fietsbanden waren nog niet gearriveerd, dus we zijn veertien dagen of drie weken thuis geweest omdat we niet naar school konden. Maar toen op een gegeven moment ging mijn vader op de fiets naar Kampen en kwam hij met een vrachtje banden terug. Prachtig.
Bron: Batavialand, Audiovisueel Archief, Interview met Egbert Bergkamp, 3 juli 2007.