Ja, toen heb ik dus eigenlijk van 1948 tot 1962 de Noordoostpolder helpen aanleggen. Het was, nou, je kunt zeggen, een 80-uren baan. Echt vrij had je eigenlijk nooit, want ik had 120 mensen aan het werk die dus de beplantingen uitvoerden. Ik had het ontwerp en de bestekken te maken, de werkplannen. En ik gaf nog cursus, want de mensen die ik aan het werk had, die kenden twee soorten planten: dat was els en andere els. En els was els en andere els was al het andere. En dat was precies voldoende om die beplantingen aan te leggen. Want men plantte om en om langs die wegen en om de boerderijen een els en andere els. Dus dat ging perfect.
Nou, toen heb ik dus, op een gegeven moment, toen was die cursus…, nou die was succesvol. Ik ging met die mensen uiteindelijk naar Amsterdam, naar de opleiding voor patroon hovenier. En van de twaalf mensen die ik had, slaagden er elf. Terwijl er van de officiële tuinbouwscholen maar vijf of zes slaagden. Dus kwamen ze allemaal vragen: "Hoe doe je dat?"