Sloten graven: een "wijs moeilijk werk"

In de eerste jaren van de polder waren er nog weinig trekkers. Veel van het werk werd dan ook met de hand gedaan, tot het graven van sloten toe. Hennie van de Wetering is niet vergeten hoe zwaar dat was.

greppelploeg

Een greppelploeg is hard aan het werk in de onafzienbare ruimte van de Noordoostpolder, 1941 (Fotocollectie RIJP; H. Nieuwenhuis).

Alle rechten voorbehouden

Maar die sloten graven, dat was zwaar werk. En vooral die van vijf meter. Dan waren ze vijf meter breed van boven en dan moest de eerste grond - wij begonnen altijd middenin te graven - hup, goed ver weg. Want die laatste grond, die moest dan vooraan blijven. Dan hoefde je niet zo ver te gooien. Want dan had je een talud van één of anderhalf, en dan kon die laatste grond vooraan blijven. Maar de eerste grond moest altijd ver weg. Anders moest je die laatste grond over die eerste grond heen gooien. Zie, dat was niet fijn. Ja, nou ´wijs moeilijk´.

Bron: Landschapsbeheer Flevoland. Interview met Hennie van de Wetering door Dicky Meijer, 30 juni 2010.

Alle rechten voorbehouden