In het kader van de samenwerking tussen Nederland en Irak bevond ik mij enige weken geleden bij het oude Babylon in het tweestromenland tussen de Euphraat en de Tigris. Zoals in zoveel gebieden in de wereld levert ons land daar een bijdrage tot de Rural development, waarbij de IJsselmeerpolders als voorbeeld gelden hoe je land moet inrichten, hoe je een samenleving moet opbouwen. Met dat beeld voor ogen wil men een stukje van het verloren paradijs terugkrijgen, dat daar vroeger heeft gelegen. Daar staande in dat Rivierenland moest ik denken aan het gedicht van Marsman, over Nederland, symbolisch aangeduid als het dertigstromenland. De dichter zegt daarover:
"O dertigstromenland, het volk dat u bewoont
versombert in krakelen, die geld en god verdelen
purper en doornenkroon."
En dan dringt zich onwillekeurig een vergelijking op tussen de toren van Babel in het tweestromenland en het Zuiderzeeproject in het dertigstromenland. Dat Babel werd niet afgebouwd door de spraakverwarring die toen hand over hand toenam. En dan vraag je je af:
"Zou het Zuiderzeeproject, waar in het kader van een P.K.B. iedereen zijn zegje kan zeggen over de Markerwaard, ook zo eindigen?"
Wordt het een lost paradise of een paradise regained, een nieuwe "tuin van Eden"? De tijd zal het leren, zoals de titel luidt van een film over het Zuiderzeeproject, een film die ik in Bagdad opnieuw zag, maar dan de tekst uitgesproken in het Arabisch, als voorbeeld voor ontwikkelingslanden hoe je achtergebleven gebieden moet ontwikkelen.