Het is nu veertien jaar geleden dat ik bij het ROC aanklopte voor een computercursus. Jij bracht mij de beginselen bij van dat ingewikkelde apparaat. Maar na afloop van die cursus wilde ik meer weten van de werking van dat apparaat. En tijdens dat gesprek zei je plotseling:
"Toon, je kan nu met Word overweg, schrijf je ervaringen in de polder op de computer. Je kan opschrijven, tussenvoegen, zinnen veranderen. Het is fantastisch om te doen."
Ik lachte maar wat, "wie zit er om mijn verhaal verlegen." Toen ik wegging zei je nog: "Toon, doe het voor je kleinkinderen." Dat raakte bij mij een gevoelige snaar. Aarzelend ben ik begonnen met de jeugdjaren, de crisisjaren voor de oorlog, de oorlogsjaren, het rijke Roomse leven en de tijd na de oorlog en de tijd van opbouw met zijn problemen. Het leuke is dat - als je het aan je broers en zus laat zien - ze enthousiast mooie aanvullingen en verbeteringen aanbrengen. En dan de polderjaren. Ik ben altijd een bewaarder geweest. Daarbij hebben de gebeurtenissen in de polders een niet uit te wissen indruk op mij gemaakt. Jenny, jij hebt mij prachtig op de rails gezet. Ik heb er veertien jaar van genoten en wil je graag mijn boek aanreiken.