Het grootste probleem was dat we een vrouw of meisje, want ik had toen nog verkering, zover konden krijgen dat ze in die rimboe wilden gaan wonen. Toen Gré de eerste keer de polder inkwam was het nog winter. Ik dacht nog:
"Uitstellen, uitstellen, totdat het koolzaad begint te bloeien! Dan is het een beetje leuk."
Maar ja, je prikt een datum.
Ik heb haar afgehaald in Utrecht, met de trein vanuit Kampen, want daar had ik de motor staan, een oude met zo’n hoge duozitting, en koud dat het was. Gré zat bovenop op dat ding achter mij. Nou, dat was geen succes. Ik dacht: "Oh jee’". Maar ik had een ploegbaas en die had een auto. We zijn toen met de auto naar het bedrijf gegaan. Goed, de woning was in aanbouw en bij twee schuren was ook nog een rotzooitje. Het was echt een rimboe! Het koolzaad bloeide nog niet. Ik dacht: "Hoe zal dat aflopen?" Ja, het is goed afgelopen. Ze zeggen wel dat wij pionierden, maar die vrouwen pionierden veel meer!