Ik heb mijn eigen huis ook van de Domeinen gekocht. Er stond geen ambtswoning; er was een huurwoning zonder bad of centrale verwarming. Maar niettemin een schitterend huis, natuurlijk… zei men. Maar dat hebben we gekocht van de Domeinen. Woningbouwverenigingen wilden het niet. Willem Revet, fractievoorzitter van het Progressief Akkoord en ambtenaar op het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, zei:
“We maken hier een woningbouwvereniging.”
Dat was onder RIJP en ZIJP niet goed gelukt. Daar moesten ze niks van hebben, dat deden ze zelf wel. Maar wij zeiden:
“Uitstekend, natuurlijk, moeten we doen.”
Maar ik werd wél secretaris. Dat heb ik vier jaar gedaan, en toen hadden ze al een heel mooi kantoor, geopend door Jan Schaefer. Toen had Domeinen alle huurwoningen overgedragen.
Vergist u zich niet: in Biddinghuizen stond één particulier huis. Dat was de pastorie. In Swifterbant stonden er drie, in Dronten pakweg 28, en de rest was huur. En dat heeft Domeinen allemaal aan de woningbouwvereniging overgedragen. Die is begonnen met het bouwen van bejaardenhuisjes voor de mensen die uit Amsterdam kwamen, want Dronten had geen bejaardenwoningen. De hele wijk De Boeg in Dronten, met de nieuwste architecten, de nieuwste ideeën, inspraak: schitterend, vond men toen.
Op een gegeven hebben we de nota Ruimte voor Groei gekregen. Die heeft het jaren uitgehouden. Op de inwoner af stond daarin hoeveel we zouden bouwen. Dat vond men in Den Haag niet goed; dat was nu weer zo’n ding. Dan werd er gepraat, en dan vonden ze het uiteindelijk toch goed. Dat betekende dat er in Biddinghuizen 65 huizen per jaar werden gebouwd, in Swifterbant, dat iets groter was, 55, en in Dronten 150. Dus er werden elk jaar ongeveer 270 huizen in die gemeente gebouwd. Als dat lukte, hield dat een groei van ongeveer 1.000 inwoners per jaar in. Toen ik kwam had Dronten 13.000 inwoners, en toen ik wegging ruim 20.000. Je had natuurlijk een paar aanloopjaren nodig, maar de groei was kolossaal.