We moesten later, ik weet niet wanneer dat begonnen is, als kinderen aren zoeken. Die werden gedroogd en de tarwe werd eruit gehaald. Maar je mocht niet zo maar de korenaren van het land af zoeken. We hadden een Arenleesvergunning. Mijn vader was Klaas Damstra. Hij had een persoonsbewijsnummer en dan mochten wij op bepaalde percelen die aren opzoeken. Dat waren percelen van de Directie. Die vergunning kostte een kwartje.
In het begin moest ik ook melk halen, in Oldemarkt, voorbij Blankenham, op de fiets. Ik ging dan ’s morgens om zeven uur weg en dan was ik om twee uur weer thuis. Ik had een kan waar vier liter in kon en mijn vader had er nog een gemaakt waar ook vier liter in kon en die had ik in mijn fietstassen. Dan bracht ik de ene keer de tarwe die we gezocht hadden naar de bakker in Kuinre en de volgende keer nam ik vier broden mee terug. Naast die melk, aan iedere kant twee broden.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview van Willy Heukers-ten Bosch met mevrouw Engelien Wagenaar-Damstra, 1 december 2008.