Links keken we op de Coöperatie. Dat was de winkel. Later is daar Fokko Dijkstra in gekomen. Bij de Coöperatie kon je al je boodschappen krijgen. Er waren ook wel winkels, maar die zaten in de Rietstraat en in de Zeeasterstraat. In de Rietstraat, weet ik wel, daar zat een kapper en daar was nog een winkel, maar dat ben ik kwijt. In de Zeeasterstraat had je bakker Braaksma, waar nu Japie woont. En dan had je nog een kruidenier en Dijkstra, een groenteboer. En dan had je Van Breukelen, dat was de lappenwinkel. Manufacturen, stoffen, knopen, en alles wat er bij hoort. Dan had je Westerhof, de slager. Dus eigenlijk zat er toch alles al.
Ik kom zo niet op de naam van die kruidenier. Later is die overgenomen naar Van den Bork. Van den Bork kwam later, als eerste kruidenier in de Lange Nering. Maar Batjes was er ook al heel vlug. Want Batjes had een winkel in Zwolle en die moest de meeste boeren installeren. Voor van binnen, voor gordijnen en vloerbedekking en alles wat er bij hoort. Batjes was er heel vlug. Dan was er ook Sieb Dijkstra en die zat in de motoren. Want de mensen van de Directie van de Wieringermeer reden op motoren. En ook de [mensen van de] post reden op motoren. Dus, auto’s zag je er niet zoveel. Er waren er wel enkele die een auto hadden maar het is niet te vergelijken met nu, het was heel kaal. En zaterdags dan kwam de bakker. Die kwam met de bakfiets het brood brengen. De melkboer was Bekius, die kwam van de Lange Nering. En schuin tegenover daar zat een lampenwinkel, dat was Dijkstra. Dat was familie van elkaar. Een van mijn zusjes is nog vriendin geweest met Epie Bekius.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland, Interview van Thea Wiersma met Debora de Visser, 13 mei 2007.