Ik had een gezin in de Kerkstraat met zestien kinderen, en er waren gezinnen, die hadden er tien of acht. Ik kwam ook bij mensen onder het eten. "Kom maar even binnen", en dan zaten er 4 à 5 van die hummels aan de kant. De ene hielp de andere met eten en de grote jongens mochten aan tafel zitten. Er woonden twee gezinnen op de Terpweg - het ene gezin is later onze buren nog geweest - en die hadden er zestien. Ze werkten alle twee bij tuinders op het land, en dan kwamen ze elkaar tegen en dan zei de één "Het is weer zover hoor, bij mijn vrouw." "Nou, bij mij nog niet hoor." Een week of drie later: "Nou, bij mij is het ook al zover, het is toch wat." Zo kwamen hier die grote gezinnen.
Grote gezinnen in de Wieringermeer
De kolonisten in de kersverse Wieringermeerpolder hadden vaak grote gezinnen, aldus N.J. Rotgans, voormalig slager in de polder:
Bron: R. van Loenen (red.), Zuiderzeewerken. Dl. II Noordelijke Hogeschool Leeuwarden 2005.