Er waren vlooien bij de vleet in de keet. En dan donderden ze je bed in de zomer naar buiten en je kleren en wollen dekens op een drooglijn buiten. Onder de poten van het bed stonden schaaltjes met petroleum maar de vlooien kwamen evengoed bij je. En 's nachts als je eruit moest, ging je buiten zitten want de wc was er niet. Wassen was er niet bij. Water was er zat in een groot vat.
In het begin moest je je eigen potje koken, maar dat was heel verschillend. De Sliedrechter steenzetters en de ouderen waren op hun gierigst. Die namen een pot reuzel (een soort vet) zo van de koe vandaan. Dat smolten ze thuis en dan kwam er een lepel reuzel op de aardappels. Ze hadden thuis een groentetuintje (hoe hadden ze er tijd voor) met sperzieboontjes. De aardappels moest je 's avonds nog schillen. De aardappels moest je met de hele ploeg betalen, maar er waren erbij die hadden hun eigen groenten bij zich. Die wilden niet mee betalen.