Zolang als ik weet, komen er al reeën in de polder voor. Zolang als de polder er is, komen er ook reeën voor. En zo gauw als het groen is, dan is ook de ree aan de beurt. En zo gauw als er mals en hoog gras is, dan komen er ook reeën. En als er jonge boompjes zijn, dan komen er ook reeën. Ze zijn dol op die malse, op die eind- of die beginknopjes. Zeg maar van die jonge bomen. Die bijten ze er allemaal uit. We hebben ze weleens af moeten schermen, die jonge bomen. En voor de konijnen ook. Die vreten ook alle jonge knoppen van de bomen af. We hebben heel veel bomen met gaas moeten omwikkelen. We hebben zelfs nog eens, ik meen dat dat spul Walra heet. Daar zit een soort stof in dat je op een gegeven moment om het stammetje van de bomen smeren deed, dat een heel bittere smaak gaf voor de konijnen. Dat de konijnen het niet helemaal rondom weg vraten.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview met Henk Mondria door Carine Nieuwenhuis op 13 november 2013.