Opeens in Amsterdam. Alles was me vreemd! Er was geen badkamer. Ik moest naar het badhuis. Eén keer in de week gingen we naar het badhuis. In de Dapperbuurt was een badhuis en daar gingen we baden. Dan moest je betalen en dan mocht je een kwartier of tien minuten douchen en dan moest je eruit. Dat hebben we een hele tijd gedaan totdat we een huis vonden in de Govert Flinckstraat en daar was er gelukkig een badkamer….Het echtpaar De Bruin verhuurde kamers. Het waren hele leuke mensen, lieve mensen. We hebben daar gezeten tot eind 1973.
Ergens in 1973 hebben we toen een huis gevonden in de Govert Flinckstraat. Maar voor die tijd zei iemand tegen ons:
“Ik heb iemand die heeft een huis te huur.”
Goed, wij gaan kijken, maar het huis was helemaal gemeubileerd.
“Ja, hij verhuurt het gemeubileerd.”
“Dat is precies goed, want we zijn pas gekomen en hebben nog niets.”
We hebben betaald en hij heeft ons die sleutel gegeven. En toen we de volgende dag in dat huis wilden, paste de sleutel niet en die man was nergens te vinden! Later hoorden wij:
“Ja, het is niet zijn huis. Hij moest op het huis letten voor mensen die op vakantie waren!”
Dat heb ik ook allemaal meegemaakt. Toen was het geld weg.