Door de Flevospoorlijn zal de verwevenheid van Flevoland met het oude land toenemen, een verwevenheid die nu ook al zichtbaar is bij de werkgelegenheid. Zo is er vanuit Almere een grote uitgaande pendel, maar tegelijkertijd ook een grote inkomende pendel en het is nauwelijks te verwachten dat dat in de toekomst veel anders zal zijn. En dat mag het ook niet zijn, want het gaat niet om de bouw van slaapsteden, maar om steden met een evenwicht in arbeidsplaatsen en beroepsbevolking, gepaard gaande met een intensief net van relaties met andere regio’s. De aanleg van de spoorlijn kan dit weefsel uitbreiden en versterken.
Bron: Batavialand te Lelystad, Legaat de Kaste, doos 6, ‘Toespraak prof. dr. R.H.A. van Duin ter gelegenheid van de aanvang van de werkzaamheden voor de aanleg van de Flevolijn op dinsdag 23 december 1980’.