Ja, er waren twee ponten daar (bij Ramspol). En er waren allemaal van die mensen die bij de pont werkten. Die zijn later allemaal weer brugwachter geworden. Zij trokken die pont over. En dan de mensen, die moesten uit de bus. De bus ging op de pont mee. Als het stormde dan bleven de bussen op de wal. Dan moesten de mensen overstappen en stond er een andere bus klaar aan de andere kant. En dan gingen ze zo weer terug naar Kampen of naar Emmeloord. Stormde het heel erg, dan gingen ze vanaf Ramspol, Zwartemeerweg over, via Vollenhove richting Zwolle, Kampen. Als het heel erg stormde, als ze niet gingen overzetten. Ja, (dat gebeurde) als er slecht weer was. Dat gebeurde niet zo vaak. Maar als dat niet nodig was, dan zetten ze ons altijd wel over. En al dat werkvolk er allemaal uit.
Ontzettend drukke ritten waren dat. Want die mensen, die waren daar allemaal aan het werk in de polder. Die gingen allemaal mee van Kampen de polder in: schilders en landarbeiders en een machinefabriek was daar. En ja, van allerlei soorten mensen gingen er mee en terug, weer terug naar kantoren in Kampen en zo. Kantoren in de Noordoostpolder en zo. Dat ging allemaal over en weer. Ook veel mensen uit Polen waren er later. Die vanuit Polen, die zaten in een kamp allemaal. In Emmeloord en bij de Enservaart zal ik maar zeggen, tussen Emmeloord en Ens in. Daar was ook nog een kamp.