Nou, ik denk dat het (onkruidbestrijding) helemaal niet nodig was. Alleen, er kwam zo veel onkruid in, dat dus ook op de landerijen waaide, en dan praat je vooral over distels. Dan was er ook een distelverordening, dus dat mocht gewoon niet, het moest netjes zijn. En wij hebben daar heel lang nadelen van gehad. Er zijn er nog steeds, ik denk van de derde generatie, die heel veel onderhoud van die bomen of die singels hebben en afzagen. Die spuiten nog steeds de windsingel. Waarom? Ja, het moet dood, er mag niks in staan. Terwijl, om eens een voorbeeld te noemen, mijn singel, daar heb ik nog nooit met de spuit in gelopen. Daar staat ook niks in, want daar kan niks staan. Het is zo dicht dat er geen onkruid in staat. Kijk, en dat werd toen wel eens vergeten, en in het huidige bosbeheer, als men boompjes aanplant, gebeurt dat ook niet. De natuur gaat zijn eigen gang en die boompjes gaan naar het licht toe, dus het onkruid verstikt op den duur. Maar dat was heel strikt en dat moest je gewoon doen. Dat hoorde gewoon bij het onderhoud en daar werd je op aangekeken. Het moest gewoon gebeuren.
Bron: Landschapsbeheer Flevoland. Interview met de heer Evert de Boer door Anke van Zwoll op 5 januari 2012.