Er staat er hier nog een van de staken die we ook geplant hebben. Die hebben we ook nog geplant, als je in het jonge bos bent… Hoe zal ik het uitleggen? Als je nu aan de Staartweg kijkt, achter je, en je kijkt er zo het bos in, dan zie je daar bos. Eerst heb je daar Blom, dan staat er die vossenfarm en zo, en daar achter had je twee kavels. Dat was grasland, dat hoorde bij de boerderijen aan de Vormtweg. Die hadden een pad door het bos heen en ze konden daar met hun koeien heen. Maar die zijn gestopt en toen is dat ook bos geworden. En dat is van Wageningen. Dat hebben we ingeplant en daar zijn allemaal populieren en wilgen neergezet. En die hebben we allemaal zo de grond in gestopt. Ja, gewoon stokken in de grond. Die kwamen met vrachtwagens vol, maar daar waren we wel wijs om, want we hadden daar helemaal een hek omheen moeten zetten. Want de reeën mochten daar niet aan schuren en zo. Maar die hou je allemaal niet tegen dus. En die hebben het toch goed gedaan.
Wageningen doet onderzoek naar verschillende boomsoorten. Welke groeit het beste, aan welke hoefde je het minste te snoeien en dat het toch een goede boom wordt en waar komt goed zaad aan. Nou, die stuurt drie à vier hectare, zo’n beetje, naar Staatsbosbeheer. Heb je niet een stuk land waar wij kunnen inplanten? Ja, gewoon voor proeven. Nou, dat krijg je automatisch. Het districtshoofd krijgt een briefje en die zegt: Hebben wij niet een stuk? Dus toen is hij bij dat stuk wezen kijken of dat er ook een beetje op leek en toen zeiden ze: Dat is er erg geschikt voor. En zo is het ingeplant.