Dialecten én accentloos Nederlands in de Noordoostpolder

"Na afloop weten we niet of we dat in het Zeeuws gedaan hebben of in het Hollands." Dialecten van het oude land blijven leven in de polder, zegt Kees Bolle:

boerin uit Walcheren

Een Walcherse boerin doet haar inkopen bij de rijdende kruidenier in de Noordoostpolder, 1950 (Fotocollectie RIJP, J. Potuyt).

Alle rechten voorbehouden

Het leuke is nog wel dat nog steeds in deze polder iedereen z’n dialect spreekt. Je kunt hier nog Fries praten met de Friezen, Gronings met de Groningers en Drents met de Drenten, terwijl in de nieuwe polder, zoals wij dat zeggen (Oostelijk Flevoland noemen wij nog steeds de nieuwe polder), daar is het not done om je dialect te spreken.

Harrie Scholtmeijer is een neerlandicus uit Emmeloord en die heeft er onderzoek naar gedaan. Die heeft een jaar of wat geleden geconstateerd dat de generatie van mijn kinders het meest accentloos Nederlands spreekt. De generatie in de Noordoostpolder. Ik heb altijd gezegd: in Dronten heeft de jeugd een klein accent en hier niet. Maar mijn moeder heeft bijvoorbeeld nooit Hollands gesproken, altijd Zeeuws. Bij ons, alle broers en zussen die in de polder zijn geboren, hebben op een gegeven moment ook Zeeuws geleerd. Als ik met mijn broer Co ’s avonds bezig ben om een boek te maken, weten wij na afloop niet of we dat in het Zeeuws gedaan hebben of in het Hollands. Dat hebben we niet in de gaten.

Bron: Batavialand te Lelystad, project Verhalen Vissen, interview met Kees Bolle, 21 oktober 2011.

Alle rechten voorbehouden