Ik ben eigenlijk architect, bouwkundig ingenieur. Bij het Projektburo Almere ben ik in 1972 begonnen, het eerste jaar van de planning van Almere. Toen lag er al een rapport, Verkenningen, waarin stond hoe groot de stad moest worden, en dat het een meerkernige stad moest worden; voor ons het uitgangspunt. Toen begonnen we met een man of tien, twintig, met allerlei specialisten, te denken over de stad. Dat was natuurlijk een prachtige opgave: iets bouwen op de bodem van de zee, waar nog niets is.
Ik heb toen in Kampen gesolliciteerd bij de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Almere is bedacht in Lelystad. Daar moesten we ook allemaal gaan wonen. We kwamen natuurlijk allemaal uit de stad: Utrecht, Amsterdam, Delft, Wageningen. We moesten allemaal naar het jonge stadje Lelystad komen. Almere was alleen nog maar zandopspuiting. Je moet weten dat ik ben begonnen met het ontwerpen van woningbouw. Maar toen bleek al snel dat ze daar helemaal geen behoefte aan hadden; ze wilden een plan voor de stad hebben. Toen zijn de echte architecten, die niets anders wilden doen, weggegaan. Een aantal anderen zijn gebleven en die hebben zich helemaal op stedenbouw geworpen.