September 1958 ga ik met de bus naar de ULO in Harderwijk. Via de Knardijk, een half uur rijden zonder tussenhaltes. ‘s Morgens om 7.40 uur vertrekt de bus met eigenlijk alleen schoolkinderen voor de ULO en de ambacht/huishoudschool. Op zaterdag gaat er wel wat winkelpubliek mee. De bus rijdt circa vier keer per dag. Maar firma Van Manen heeft niet het nieuwste materiaal ingezet op de klinkerweg van Knardijk. Regelmatig rammelt er een raam los of wat anders. Of doet de kachel het niet bij min 10 graden. Soms stopt de bus er helemaal mee. Dan moeten we lopen, of hopen dat er een auto langs komt die aan de andere kant kan bellen dat de bus panne heeft.
In de bus kun je nog wel wat huiswerk doen in dat half uur. Op de thuisreis wordt er vaak gezongen, met name door de meiden. Er is ook wel eens iemand uit de bus gezet, omdat hij het te bont maakte. Die mag dan een stuk lopen. De bus rijdt een eind verder. En als de zondaar bijna bij de bus is, rijdt die weer 200 meter verder. Dinges, ik zal geen naam noemen, werd ook eens uit de bus gezet en gaat lopen. Maar wel vlak vóór de bus, midden op de weg, zodat die niet kan opschieten…
Ingezonden verhaal: Bob Flobbe, september 2011.