Wij waren Hervormd. De Gerssens waren Hervormd. We kerkten in het Kerkje aan de Zee, daar ben ik ook gedoopt. Wat ik nog weet hadden we de dominees Blinkramer, Marsman, Pietersma, Van Wieringen… Je had de Gereformeerde Bethelkerk, de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Hervormde Kerk, meer had je niet.
In het dagelijks leven trok iedereen gewoon met elkaar op, hoor, maar als er wat was dan was het soms schelden op elkaar: smerige christelijke, smerige hervormde, smerige gereformeerde en zo. Maar als er ellende was, dan was het één blok. Net als hoe het met zussen onderling gaat.
Mijn vader en moeder kwamen niet uit dezelfde kerk. Mijn moeder was gereformeerd en die werd met mijn vader hervormd. Dat was geen probleem, dat gebeurde wel. Mijn vrouw was ook oorspronkelijk gereformeerd, dat was ook geen probleem. Ik had ook wel met haar mee kunnen gaan hoor. Als je jong bent til je niet zo zwaar aan een kerk, dan ga je meer ‘uit gewoonte of bijgelovigheid’.