“Ze rijden alles aan gort”

Bosbeheer toen en nu

Johan van de Kaa kwam in 1965 in dienst van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders als jachtopziener. Hij was één van de eerste jachtopzieners die werkten in het gebied van de latere gemeente Zeewolde. Hij kwam dus vaak in de bossen. Van de Kaa vindt dat de bossen vroeger verstandiger werden beheerd dan tegenwoordig.

Ree

Ree (Fotocollectie RIJP, Huizinga).

Alle rechten voorbehouden

De fout die men gemaakt heeft: vroeger hadden ze gewone lichte trekkers. Toen werden het zwaardere trekkers. Nu zijn het rupsvoertuigen. Ze rijden alles aan gort. Eigenlijk is dat heel fout. Ze zijn elke keer zwaarder gegaan. Hadden ze niet moeten doen.  […]

Ik kan wel even iets moois vertellen: de baas van Staatsbosbeheer kwam hier. Hij riep een keer dat ik moest komen en dan moest ik samen met hem mee. Nou, dan stond ik bij een vak dat geplant was en wat deden die reeën? Die haalden al de koppen eruit. En dan was het gebeurd met de boom. En dan zei hij: “Schiet die rotreeën allemaal dood”. Ik zei:

“Ja, maar die reeën zijn niet van mij. Ik wil ze wel doodschieten, maar dat gaat maar zo niet”.

Er waren er veel toen. Heel veel. Op ’t ogenblik is het behoorlijk onder controle.

Hij was daar nogal een beetje lelijk over. Ik zei:

“Dat kun je toch oplossen? Dan neem je boompjes die hoger zijn. Als ze langer zijn kunnen die reeën er toch niet bij!” 

Nou, toen werd hij toch boos op me!  “Weet je wel wat dat kost,“ zegt hij.

“Ja, maar wat kost herplanten dan? Ja, je moet nu allemaal nieuwe planten. Dat kost nog veel meer, man!”

Later is hij wel bijgetrokken. Maar ik bedoel maar: ze zijn het wel gaan doen. En dan hadden ze dus geen last meer [van de reeën].

Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview van Tienke Drost met Johan van de Kaa, 5 maart 2020.

Alle rechten voorbehouden