Nou, we begonnen al heel gauw met die stenen. We hadden al heel gauw zo’n hoopje stenen bij de boerderij liggen en zo. Maar dat was mijn man zijn werk hoor. Hij nam ze mee van de akker. Daar kwam ie ze tegen natuurlijk. En dat vertelde hij later aan de Zweedse meneer, dat dat zo gegaan was. Hij zegt:
"Want wij zijn eigenlijk al veel langer daarin bezig, maar niet van jullie polder."
Die namen moet je weten en daar was Reyer dan niet sterk in. En dan kwam Gerrit van der Heide, en die maakte die boekjes. Daar hadden wij natuurlijk weer steun aan om ze te vinden later, want ze moesten weer teruggevonden worden. Ja, het is zo een hele mooie hobby geweest. En nog hoor, nog. Dat zijn zijn zaagdingen. Want nu komen de kleine jongens bij hem: "Opa, dat moet je maar eens voor me zagen." Kijk, dit zijn de stenen. En dit zijn de Finnen. En toen kwamen ze hier en ze zeggen:
"Hoe komt Reyer Baken aan Finnen, aan Finse stenen? Dat kan helemaal niet, want je kan er helemaal niet komen."
Maar bepaald wel, want hij kwam er wel.