Hazen die je bijna met de hand kon vangen

Sommige dieren deden het erg goed op het nieuwe land. Jan Muller verbaasde zich over de ‘tamheid’ en het formaat van de hazen. Maar er ontstonden ook plagen, van muizen en onkruid.

haas

Haas (foto Dirk-Jan Kraan - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=23636847).

In de buurt van Lemmer, daar hadden ze hazen uitgezet. Het verhaal wil dat die uit Polen kwamen. Het waren zulke grote hazen en die waren zo tam, je moest ze bijna van hun leger afhalen, die hazen, om ze te kunnen schieten. En verdorie, het waren grote! En er liepen daar katten rond, ik vond er een keer één dood. Die had bijna net zo’n vacht als je aan de onderkant van een bezem voelt, zo grof. Maar die liepen daar al jaren rond, die beesten. Die hadden geen andere mogelijkheid van bestaan dan om te jagen. Dat er dan zo’n verandering optreedt. Maar goed, verder muizen. Ik heb ook eens meegemaakt, dan liepen er een paar honderd kerels met een klein flesje in de hand, met bestrijdingsmiddelen voor muizen. In ieder muizengat moest er wat in gegooid worden. Ook dat, dat kon toen nog, net zoals ze een trekker boven de greppel zetten en de dop er uit trekken.

Bron: Landschapsbeheer Flevoland. Interview met de heer J. Muller door Nico de Jong op 14 februari 2012.

Alle rechten voorbehouden