Het was best een zware tijd, ik vond het niet gemakkelijk: ik had kleine kinderen en weinig contact met andere mensen. Ik weet nog dat m’n schoonzus, die met m’n broer in een houten woning in Sint Jansklooster woonde, en mevrouw Knip, die later met haar man een boerderijtje bij Bant heeft gehad, eens bij ons kwamen, toen we nog op onze eerste boerderij woonden. Ze zeiden: "Dat zou ik nooit willen." En toen zei m’n man:
"Ja, wacht maar, je zou wat graag willen dat je man bedrijfsboer was."
M’n man vond het allemaal heel gewoon dat ik daar zat als vrouw die bijna nooit iemand zag. Hij had helemaal niet door hoe stil het voor mij was. Hij was alle dagen samen met al die andere mannen, en hij ging naar die vergadering en naar die vergadering en was ’s avonds eigenlijk ook nooit thuis, dus ja...